ALS HET OM NAUWKEURIG METEN GAAT.

Kalibreren ultrasone debietmeters- Elk meetinstrument vertoont een zekere meetafwijking. De mate van deze afwijking wordt door diverse factoren beïnvloed, zoals bijvoorbeeld de omgevingstemperatuur. Dit maakt het noodzakelijk ultrasone debietmeters (flowmeters), niveaumeters, wanddiktemeters, energiemeters enz. periodiek te (laten) kalibreren en, indien, nodig te justeren.

Kalibreren ultrasone debietmeters | U-F-M b.v.

Wanneer kalibreren?

Normeringen en wetgeving kunnen bepalen dat meetinstrumenten aantoonbaar moeten voldoen door middel van kalibratie. In alle andere gevallen is het aan u zelf om te bepalen of kalibreren wenselijk is.

Tip: Als een meetafwijking de kwaliteit van uw flowprocessen in gevaar brengt, dan is het verstandig om uw debietmeter periodiek te (laten) kalibreren.

Hoe vaak kalibreren?

Deze vraag is niet eenduidig te beantwoorden. Bepalend zijn de toepassing van de debietmeter, de frequentie waarmee de debietmeter wordt gebruikt en de specifieke eigenschappen van het instrument.

Wij raden aan om per meetinstrument de kalibratietermijn te bepalen. Doorgaans geldt de kalibratie voor de periode van een jaar. Maar als er zeer nauwkeurige metingen moeten worden verricht, kan het zijn dat de meetonzekerheid voor een kortere termijn (bijvoorbeeld 90 dagen) wordt gedekt.
Na een aantal kalibraties is het verloop van de meetafwijking meestal goed in te schatten. U kunt dan besluiten om de termijn te verlengen (bijvoorbeeld 1 jaar, 2 jaar of 3 jaar). Deze methode biedt echter geen garantie.

Kalibratierapportage

Kalibreren ultrasone debietmeters - kalibratierapportage | U-F-M b.v.Om aantoonbaar te maken dat metingen – gedaan met een bepaalde debietmeter – correct zijn, is het goed om de bevindingen van een kalibratie vast te leggen in een rapport.

N.B. In verband met gerechtelijke procedures, gebeurt het steeds vaker dat meetresultaten worden opgevoerd als bewijsmateriaal (bijvoorbeeld in verband met milieuwetgeving). Als meetresultaten boven iedere verdenking verheven moeten zijn, kan een kalibratierapport uitkomst bieden.

KALIBREREN. JUSTEREN. KEUREN. IJKEN.

Kalibreren, justeren, keuren en ijken worden vaak door elkaar gebruikt met dezelfde bedoeling. Het zijn echter stuk voor stuk begrippen met een andere betekenis. Een korte uiteenzetting:

KALIBREREN is het bepalen van de afwijking van een meetinstrument, sensor e.d. ten opzichte van een relevante referentie (het ‘kaliber’).

Bij kalibratie wordt alleen de meetnauwkeurigheid bekeken. De geconstateerde meetfout wordt genoteerd (in een kalibratierapport), zodat de gebruiker van de flowmeter rekening kan houden met deze afwijking.

Belangrijk is dat de referentiewaarde juist is. Leg bijvoorbeeld twee meetlinten van verschillend fabricaat naast elkaar en er zal vrijwel zeker een verschil te vinden zijn in de nauwkeurigheid van de maatstreepjes. Maar welke van de twee heeft de meest exacte aanduiding?
Bij een kalibratie wordt de flowmeter vergeleken met een referentie-flowmeter. Dit referentie-instrument heeft altijd een beduidend kleinere afwijking dan de te kalibreren flowmeter.

Bij kalibreren worden er geen ingrepen in de debietmeter verricht, en er wordt geen waardeoordeel aan verbonden (goed- of afgekeurd).

Traceerbaarheid, dat is waar het bij kalibratie uiteindelijk om gaat; de nauwkeurigheid van de apparatuur waarmee wordt gekalibreerd moet herleidbaar zijn naar een hogere referentiestandaard, bijvoorbeeld de ISO/IEC 17025:2005.

JUSTEREN is het verrichten van handelingen om een meetinstrument, sensor e.d. zo nauwkeurig mogelijk te laten functioneren.

Anders gezegd: justeren is het bijstellen van afwijkingen en foutaanduidingen, ook wel ‘afregelen’ genoemd.
Na justeren laat de afgestelde flowmeter een even kleine meetafwijking zien als de referentie-flowmeter.

Het is niet vanzelfsprekend dat bij de kalibratie van een flowmeter de justering is inbegrepen. Wel wordt er vaak voor justeren gekozen als een kalibratie uitwijst dat de meetafwijking niet binnen de vereiste specificaties valt.

Het verdient aanbeveling om na het justeren de debietmeter opnieuw te kalibreren. In het kalibratierapport worden de meetresultaten opgenomen van voor en na het justeren.

KEUREN is het toetsen van een meetinstrument, sensor e.d. aan vooraf opgestelde specificaties.

De specificaties worden opgesteld naar gelang de geldende eisen. Het resultaat van een keuring is een waardeoordeel in de vorm van goedgekeurd of afgekeurd.

Een keuring heeft betrekking op één of meerdere aspecten. Zo kan bijvoorbeeld alleen de meetnauwkeurigheid onder de loep worden genomen. De exacte afwijking is hierbij van ondergeschikt belang. Alleen het oordeel ‘teveel afwijking’ of ‘goed’ wordt geveld. Maar indien gewenst kan ook worden gecontroleerd of een flowmeter bijvoorbeeld daadwerkelijk in staat is om bi-directioneel te meten.

Voordat een meetinstrument in gebruik wordt genomen, wordt het voor het eerst gekeurd. Daarna volgen meestal periodieke herkeuringen.

IJKEN is een speciale keuring waarbij een meetinstrument, sensor e.d. wordt getoetst aan een wettelijke standaard.

Aan de hand van een ijking wordt een flowmeter officieel geschikt (of ongeschikt) verklaard voor metingen waaraan wettelijke nauwkeurigheidseisen worden gesteld. In Nederland valt ijken onder de Metrologiewet (voorheen IJkwet).

Het resultaat van een ijking is een waardeoordeel: goedgekeurd of afgekeurd. Net als bij kalibreren wordt er ook hier niet ingegrepen in het instrument.

Een ijking is alles omvattend; behalve de meetnauwkeurigheid, wordt ook de geschiktheid van de debietmeter getoetst.